Categorieën
- Nieuws (56)
- Particulieren (2)
- Professionals (1)
Recent Posts
Dreigend
De vader van Hameeda kwam van Pakistan naar Nederland als gastarbeider. Toen Hameeda vier jaar was, kwam ze samen me haar moeder en zusjes (0, 9 en 11) naar Nederland in het kader van gezinshereniging. Wat zij niet wisten, was dat haar vader in Nederland een nieuwe vrouw had ontmoet met wie hij een kind had. ‘Al vanaf de allereerste ontmoeting met mijn vader was de sfeer dreigend. Hij zei dingen als: “Hoe durf je mij in de ogen te kijken?”’
Hij sloeg erop los
Haar vader was vrijwel nooit thuis. En was hij er wel, dan sloeg hij erop los. ‘Voor de ogen van mij en mijn zusjes sloeg hij mijn moeder en sleurde haar aan haar haren door de kamer. De bloedspetters zaten op het behang en mijn moeder was bont en blauw. Dat was mijn eerste aanraking met geweld. Al snel sloeg hij ook mijn zusjes en mij.’
Leugen
Omdat haar vader vindt dat Hameeda’s moeder de kinderen niet goed opvoedt, vertrekt hij met moeder en baby naar Pakistan om zijn eigen moeder op te halen. Zij weet wel hoe de kinderen opgevoed moeten worden. Na drie maanden komt hij alleen terug en meldt dat de moeder van de meisjes met hun kleine zusje is verongelukt. Dat is een leugen. In werkelijkheid heeft hij hen in Pakistan achtergelaten. Pas na ruim dertig jaar komt Hameeda erachter dat haar moeder en zusje nog in leven zijn.
Kortwieken
Hameeda en haar twee oudere zussen moesten direct de spullen van hun moeder en babyzusje verzamelen en op straat zetten. Hun stiefmoeder moesten ze vanaf dat moment aanspreken met ‘mama’. De mishandelingen hielden jaren aan. De meisjes werden opgesloten, geslagen en psychisch mishandeld. ‘Mijn stiefmoeder zei dat ze ons niet moest, dat we vies en smerig waren en luizen hadden. Eens in de zoveel tijd moesten we naakt voor haar in de badkamer verschijnen en dan kortwiekte ze ons haar met ene grote schaar.’
Open kind
Merkte geen enkele volwassene in haar omgeving dan dat er iets goed mis was in het gezin? ‘Jawel hoor. Ik was als kind heel open. Als de leerkracht tegen me zei: “Ik heb je twee weken niet gezien, waar was je?”, dan vertelde ik gewoon waarom ik er niet was. Ik zei dat ik geslagen was met een stok en een ketting en daardoor vol zat met blauwe plekken en dus niet naar school mocht. Dat was de realiteit. Ik wist helemaal niet dat dat iets verkeerds was.’
Nieuwe naam
Uiteraard schrok de leerkracht. Als reactie werden vader en stiefmoeder op gesprek gevraagd op school. ‘Toen ze weer thuiskwamen zag ik natuurlijk alle hoeken van de kamer omdat ik de familienaam door het slijk haalde. Vervolgens vertelde mijn vader me dat de leerkrachten me niet meer terug wilden zien omdat ik een leugenaar ben en dat hij een nieuwe school voor me moest zoeken en een nieuwe naam voor me moest verzinnen. Zo plaatste hij mij, met een nieuwe naam, op een nieuwe school. En dat herhaalde zich. In totaal zat ik op vier verschillende basisscholen.’
Signalen
Er werden in het geval van Hameeda wel degelijk signalen opgepikt. In elk geval door diverse leerkrachten. Toch veranderde er jarenlang niets aan de situatie. Hameeda: ‘De leerkrachten dachten dat praten met mijn vader en stiefmoeder de oplossing was. Maar zij hadden telkens hun eigen verhaal. Er zijn momenten geweest dat ik bij dat gesprek zat. Bijvoorbeeld op een politiebureau toen ik wat ouder was. Mijn vader pareerde mijn verhaal met: “Ze zit in de puberteit en ze luistert niet. Ze kan nu eenmaal niet altijd haar zin krijgen. Wat ze vertelt is een fantasie.”’
Gestraft
Op haar dertiende, bijna tien jaar nadat het begon, kwam er een einde aan het geweld. Maar dat was niet per se beter. ‘Ik was een gebroken kind, zonder zelfvertrouwen en met een laag zelfbeeld, echt een wrak. Ik kwam in kindertehuizen terecht en voelde me daar gestraft. Mijn ouders en zusjes leefden hun leven en ik werd uit huis gehaald. Mijn vader verklaarde me dood, hij wilde niets meer met me te maken hebben. Ik voelde me echt alleen op de wereld. Professionals denken soms dat met een uithuisplaatsing hun werk gedaan is. Maar dan begint het eigenlijk pas. Jarenlang had ik elke nacht nachtmerries, ik voelde me schuldig, voelde me depressief. Al die jaren thuis zaten in mij. Dat krijg je er niet zomaar uit.’
Vraag niet naar hulpvraag
Wat kunnen sociaal werkers doen om slachtoffers van huiselijk geweld beter te ondersteunen? Het gesprek aan durven gaan, zegt Hameeda. ‘Mensen willen best wel praten, maar ze hebben nooit geleerd hoe dat te doen. Ze hebben geleerd te zwijgen, het geheim geheim te houden. Vraag ook nooit aan slachtoffers hun hulpvraag is. Het hele gebeuren is voor hen zo groot en immens, dat ze niet weten waar te beginnen en dus ook niet wat hun hulpvraag is. Het zwijgen doorbreken is enorm belangrijk. Om het rouwen en het grote geheim lucht te geven, de last te verminderen en naar acceptatie toe te kunnen. Luister, biedt troost, zorg dat je er voor iemand bent en laat merken dat je de ander écht ziet.’